Een hele bijzondere productie is binnenkort op Podium 19 te zien. Werk van componisten Lucien Posman en Karel Goeyvaerts zal worden uitgevoerd door de sopraan Emma Posman samen met het SPECTRA ensemble o.l.v. Filip Rathé.
PODIUM19: 26 maart 2021 om 23:15u + heruitzendingen
VRTnu: 30 dagen te bekijken en te beluisteren na 26 maart
‘The Book of Thel’ is een ‘Verlucht boek’ dat Blake voltooide het in 1789, terwijl de Parijzenaren de Bastille bestormden. Het vertelt het verhaal van Thel, een onschuldige, verlangende en misschien nog ongeboren ziel. Zij is ongelukkig en misnoegd over haar irreële leven onder de hoede van haar vader Serafim en haar zussen die de schapen hoeden in de Valleien van Har, een niet nader gedefinieerd paradijs.
Thel verlaat haar vader en zussen en vliegt naar de reële, materiële wereld. Tijdens haar contemplatie over het leven ontmoet ze symbolische wezens die haar de rijkdom van hun spiritueel en fysieke leven openbaren. Zowel het lelietje-van-dalen, de wolk en de worm via de kluit klei trachten haar duidelijk te maken dat zij hun levensvervulling en geluk vinden door zichzelf te geven aan anderen. Of met de woorden van de Wolk: ‘Alles wat leeft, leeft niet enkel voor zichzelf’.
De worm belichaamt Blake’s overtuiging dat ‘God zowel in het laagste als het hoogste is; hij is worm geworden om het zwakke te kunnen voeden. Vrouwe Klei, de moeder van de worm, nodigt Thel uit haar huis te betreden: de aarde van de Ervaring. Thel betreedt het aardse tranendal langs de noordelijke poort, de poort der stervelingen zoals die ook beschreven wordt in Homeros’ Odyssee.
De heldere pastorale wereld, die geschetst werd in vriendelijk golvende 14-lettergrepige verzen, wordt zonder overgang afgebroken en omgebogen met dramatisch geweld: de wachter bij de ‘eeuwige poorten’ heft de noordelijke afsluitboom. In haar verbeelding betreedt ze een spookkamer waar een klagende stem haar vragen stelt over de moeilijkheden van het leven, het bedrog, de onvervulde verlangens, over beperkingen en de dood.
Met het doembeeld van de Ervaring voor ogen en afgeschrikt door de twijfel waar ze reeds onder gebukt gaat, vliegt ze vlug terug naar de spirituele wereld.
In 1984 componeerde Karel Goeyvaerts ‘Zum Wassermann’ in de aanloop naar zijn opera ‘Aquarius’. Hierin schetst hij hoe de mensheid als collectief, doorheen verschillende stadia van ervaring, op weg gaat naar het tijdperk van de Waterman, waar nieuwe en evenwichtige intermenselijke verhoudingen tot stand komen. Centraal in deze droom is de harmonie die ontstaat wanneer elk individu precies die plaats in het maatschappelijk geheel inneemt die in overeenstemming is met de ontwikkeling van de persoonlijke mogelijkheden.
In de ‘Proloog’ wordt persoonlijk enthousiasme getemperd en beknot door de letter van de wet. Daarna refereert ‘Ontwaken’ aan de vitale roep naar onafhankelijkheid van de mei ’68 beweging. In het rustige ‘Stemmen van de Waterman’ wordt op contemplatieve en intuïtieve manier een eerste licht geworpen op de toekomst die in een laatste constructivistisch deel in rationele wetten vorm krijgt.