De jury, samengesteld uit Els T’Seyen (VRT), Sara Lambrecht (musicologe) Joost Maegerman (ASO), Pieter Schuermans (ComAV), Luc Callens en Patrick Verhoeven (beiden Peter Benoit Fonds), kende de prijs toe aan Jacqueline Fontyn.
Jacqueline Fontyn wordt niet voor niets de grande dame onder de Belgische componisten genoemd. Ze schreef een substantieel œuvre - vooral orkestwerken en kamermuziek - dat te beluisteren is in concertzalen in Vlaanderen en ver daarbuiten. Ze kreeg regelmatig belangrijke compositieopdrachten, gaf compositielessen aan verschillende conservatoria en universiteiten in Vlaanderen en wereldwijd, haar werk ontving internationale prijzen en haar partituren werden uitgegeven in eigen beheer, maar vonden ook de weg naar gerenommeerde uitgeverijen. Haar composities werden vaak vastgelegd op verschillende geluidsdragers en een creatie van haar werk was meermaals een gebeurtenis die veel maatschappelijke aandacht kreeg. Ook met haar koor Le Tympan droeg ze bij aan het Vlaamse muziekleven.
Jacqueline Fontyn ontwikkelde een opmerkelijke eigen stijl die doordrongen is van een grote drang naar vrijheid en persoonlijke uitdrukking, waarbij ze zich graag laat inspireren door literatuur, plastische kunsten en door de natuur.
Jacqueline Fontyn werd in 1930 geboren in Antwerpen. Kort na haar vijfde verjaardag krijgt ze pianoles van de Russische pedagoog Ignace Bolotine die tevens haar interesse en aanleg voor improvisatie stimuleert. Op 15-jarige leeftijd besluit zij componiste te worden.
Muziektheorie, orkestratie en compositie volgt ze bij Marcel Quinet. Ze rondt haar studie af in Parijs bij Max Deutsch die haar de wereld van Schoenberg laat ontdekken. In 1956 volgt ze cursus orkestdirectie in de klas van Hans Swarowsky, aan de Academie für Musik und Darstellende Kunst in Wenen. Vanaf 1956 studeert ze aan de Muziekkapel Koningin Elisabeth in Waterloo en behaalt er haar einddiploma in 1959.
Van 1963 tot 1970 onderwijst ze muziektheorie aan het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen, en wordt dan tot 1990 professor compositie aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel.
Terzelfdertijd is zij een veelgevraagde gastdocente aan diverse universiteiten en conservatoria in Europa (Duitsland, Frankrijk, Hongarije, Nederland, Polen en Zwitserland), de Verenigde Staten van Amerika (in negen steden, gaande van New-York tot Los Angels), Israël, Egypte, Azië (China, Korea, Singapore, Taiwan) en Nieuw-Zeeland.
Jacqueline Fontyn kreeg verscheidene onderscheidingen, onder andere de prijs Oscar Espla, in Spanje, en de prijs Arhur Honneger van de Fondation de France. Het opgelegde concerto voor viool en orkest, voor de finale van de Internationale Muziekwedstrijd Koningin Elisabeth in 1976 componeerde in opdracht, alsook twee werken voor de Koussevitzky Music Foundation in the Library of Congress in Washington, waar sinds 2006 een groot deel van haar manuscripten bewaard worden. In 2014 heeft de Koninklijke Bibliotheek van België het grootste gedeelte van de manuscripten die in het land zijn gebleven verworven.
Ze is lid van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen en Schone Kunsten van België en als erkentelijkheid voor haar artistieke verdiensten werd haar in 1993 door de Koning de titel van Barones verleend.